In de artikelreeks 'leerstoornissen' gaat docente Melissa dieper in op de kenmerken daarvan en hoe je als docent een student met een leerstoornis zoals dyscalculie, ADHD of dyslexie helpt.
Vandaag is Wereld Autisme Dag en dus komt autismespectrumstoornis aan bod.
Wat is autisme / ASS ?
De afkorting ASS staat voor autismespectrumstoornis. Kenmerkend hiervoor zijn een gebrek aan samenhang zien, terugkerende handelingen, bijzondere interesses en een rigide kijk op het leven. Opvallend is dat de stoornis veel vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes: vier tot acht keer zo veel.
Autisme is een stoornis in de hersenen die een kind al vanaf de geboorte heeft. Een leerling met autisme ziet enkel losse dingen en geen samenhang. Daardoor kost het hen veel meer moeite om te begrijpen wat er gebeurt. Naast die problemen in de informatieverwerving, zal een student met ASS het ook moeilijk hebben om zich in te leven in de gevoelens, emoties, bedoelingen en gedachten van anderen. Leerlingen met autisme nemen namelijk alles letterlijk op wat je zegt. Ze houden vaak aan hun eigen verhaal en praten dus niet met je, maar tegen je.
Ze hebben grote moeite met de theory of mind (het innerlijke van de ander begrijpen en er rekening mee houden), centrale coherentie (het groter geheel overzien en er de juiste betekenis aan geven) en executieve functies (het plannen en organiseren van taken en daarin flexibel zijn). Ze hebben heel specifieke interesses waardoor ze in het ene vak uitblinken en in andere vakken helemaal naast scoren. Als het doel niet duidelijk is, gaan ze weinig moeite doen.
Het verschil met studenten zonder de diagnose
Een student met de diagnose ASS kenmerkt zich dus door enerzijds beperkingen in de sociale communicatie en interactie, en anderzijds repetitief gedrag en specifieke interesses.
De grootste struikelblokken voor hen zijn de volgende: moeilijk contact maken, moeilijk vrienden maken, geen inlevingsvermogen of gevoelen uiten en verwoorden, alles letterlijk opvatten, ...
De opvallendste sterktes: eigen logica, originele manier van problemen oplossen, eerlijk, veel kennis van bepaalde specifieke onderwerpen of interesses, visueel geheugen, groot rechtvaardigheidsgevoel, eigen gevoel voor humor, oog voor detail, ...
Zorg ervoor als docent dat je les is opgebouwd in fasen die je visueel zichtbaar maakt voor de voorspelbaarheid en de structuur. Dek met een blanco blad af wat niet van toepassing is. Geef eventueel vraag per vraag, werkblad per werkblad... Probeer de vraag en het antwoord op hetzelfde blad te drukken. Leg enkel het materiaal klaar dat voor die les nodig is. Werk in een zo rustig mogelijke omgeving met zo weinig mogelijk prikkels en afleidingen. Als je zelf werkbladen maakt of zoekt, doe dit dan met zo weinig mogelijk afbeeldingen of zaken die er niet toe doen. Beperk je tot hetgeen wat nodig en leerrijk is.
De don't's: waar moet ik voor opletten tijdens het lesgeven?
Er zijn bepaalde dingen die je beter niet zegt of doet tijdens de bijlessen met een student met autisme. Je hoeft je uiteraard niet 100% anders op te stellen, maar let best op volgende punten:
- Gebruik geen sarcasme of dubbelzinnigheden. Leerlingen met ASS nemen alles letterlijk op.
- Geen onverwachte gebeurtenissen. Bereid een leerling goed voor indien er een wijziging zou zijn buiten jullie afgesproken structuur.
- Gebruik geen abstracte begrippen zoals straks, misschien, later, ... Wees zo specifiek mogelijk
- Geen figuurlijk taalgebruik of beeldspraak. Bij beeldspraak krijgt een woord een figuurlijke betekenis. Vb. Als twee druppels water op elkaar lijken.
- Geen afleiding of vervelende geluiden, geuren,...
- Vergelijk de leerling niet met anderen.
- Ga niet in discussie.
De do's: gebruiksklare tips voor tijdens de les
Met deze tips verloopt de communicatie en bijles vlot:
- Gebruik de IK-boodschap als je iets wil bereiken of wil benadrukken wat kan en niet.
- Ga uit van positieve verwachtingen en communiceer positief. Toon vertrouwen in de leerling. Zeg wat het kind goed gedaan heeft, in plaats wat het niet goed gedaan heeft. Benadruk waar de leerling goed in is.
- Gebruik beeldtaal. Dit is een visuele manier van communiceren. Eenvoudige symbolen of pictogrammen brengen de leerstof duidelijker over.
- Noem eerst de naam van de leerling en stel dan je vraag, als de aandacht erbij is.
- Gebruik concrete bewoordingen.
- Stel duidelijke afspraken en regels op en verwijs hier regelmatig naar.
- Werk in fasen en werk naar een hoofddoel. Benoem dit ook vaak aan de leerling. Zorg dat duidelijk is in welke fase jullie telkens zitten.
- Stel vragen waar een duidelijk antwoord mogelijk is. Vermijd open vragen.
- Creëer een hoge mate van voorspelbaarheid. Deel je les op in fasen en maak dit visueel zichtbaar.
- Zit naast de student. Zo ontstaat er geen overvloed aan prikkels door je bijvoorbeeld te moeten aankijken.
- Integreer stappenplannen en pictogrammen die je telkens hergebruikt. Deze helpen je om consequent te werk te gaan.
- Leg uit waarom zaken bij elkaar horen, waarom iets belangrijk is en waarom iets anders misschien niet. Hoofd- en bijzaken onderscheiden is namelijk moeilijk voor studenten met ASS. Ze laten zich te vaak leiden door details zonder er de juiste betekenis aan te geven.
"Bijles geven aan iemand met autisme, kan ik dat wel?"
Een docent die rekening houdt met bovenstaande tips hoeft er niet aan te twijfelen dat hij een leerling met autisme kan helpen. Het is evenwel belangrijk dat de student zich niet anders of 'speciaal' benaderd voelt.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Denk voordat de bijles start goed na welke fasen je gaat doorlopen, welke documenten en eventuele stappenplannen je wilt gebruiken. Twijfel niet aan jezelf, blijf rustig en rechtvaardig. Als je dezelfde kennis een tweede keer aanbrengt, gebruik hiervoor dezelfde woorden en instructies als de eerste keer, maar vertel het trager. Zo ontstaat er geen chaos bij de student. Zorg voor voorspelbaarheid en structuur. En ondersteun je bijlessen zo visueel mogelijk.
Bijles geven aan een leerling met een leerstoornis kan soms uitdagend zijn, maar je leert er zelf ook heel wat door bij. Over autisme, lesgeven en jezelf! De unieke kijk op alles van een student met de diagnose ASS is vaak heel interessant en kan je een andere manier van denken bezorgen. Succes!
Extra resources
Meer informatie over autisme in het onderwijs vind je in onderstaande boeken en websites:
- Het Groeipakket bij autisme, waarop heb je recht?
In sommige gevallen kunnen kinderen met autisme aanspraak maken op een toeslag bovenop het Groeipakket. Parentia licht kort toe. - Autisme en normale begaafdheid in het onderwijs, Acco, Peter Vermeulen, Annemie Mertens, Kobe Vanroy (2010)
- Autisme in de klas –tips en strategieën bij de hand(hulpwaaier), Pica, Robin D. Brewer en Tracy G. Mueller
- Leerlingen met een Autisme-Spectrum-Stoornis. Richtlijnen in het basisonderwijs, Marianne Lemmens
- Participate! Autisme: site die informatie voor buitenstaanders biedt om autisme te leren begrijpen
- Autisme Centraal: het kennis-en ondersteuningscentrum voor autisme
- Picto-selector: is een gratis programma om overzichtelijke pictogrammen, tijdslijnen, stappenplannen,... te maken
Heb jij een zoon of dochter met de diagnose ASS en ben je op zoek naar individuele begeleiding? BijlesHuis stelt jullie een docent voor met ervaring met studenten met leerstoornissen. Ben jij zelf docent en kriebelt het om studenten te begeleiden? Registreer je dan als lesgever!
Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.