Handleiding SPSS: soorten statistische testen

Bijleren: wiskunde 5 min read

Heb je net via een enquête of experiment je data verzameld voor je paper of thesis en wil je SPSS gebruiken om je data te analyseren en visualiseren? In deze eenvoudige gids kom je te weten hoe je een bestand opent, wat het verschil tussen data en variable view is en wanneer je welke van de vijf basis statistische testen op je data kan uitvoeren! Als toemaatje geven we je aan het einde een aantal motiverende tips om met SPSS te werken.

SPSS handleiding, statistiek, analyse laten uitvoeren, bijles

1. Inleiding: hoe gebruik je SPSS?

SPSS staat voor Statistical Package for the Social Sciences. Je gebruikt SPSS om de data van bijvoorbeeld je enquête of experiment statistisch te analyseren. Dat wil zeggen dat je via allerhande tests te weten komt of de verschillen en samenhangen in je resultaten zijn statistisch significant zijn. SPSS geeft je ook een mooi overzicht van je resultaten zodat je ze kan visualiseren in een grafiek of tabel.

In wat volgt, tonen we je hoe je een bestand opent in SPSS en wat het verschil is tussen data en variable view. Aan de hand van screenshots tonen we je waar je alles kan vinden.

1.1 Bestand openen

Ga naar ‘File’ en klik op ‘Open’ en daarna op ‘Data’. Let op! Duid het juiste bestandstype aan bij ‘Files of type’, bijvoorbeeld Excel, zodat je je document kan terugvinden.

bestanden openen, uploaden SPSS

1.2 Data view en variable view

SPSS werkt met 2 tabbladen: ‘data view’ en ‘variable view’, waar je rechts onderaan op kan klikken. Data view is een overzicht van alle geïmporteerde cijfers, dus van de waarden van je variabelen. Hieronder zien we bijvoorbeeld de waarden van de variabele group (groep 1, 2 of 3) en van de variabele exam of de score van de groep.

SPSS data view

Variable view is een overzicht van al je variabelen en hun eigenschappen. Hieronder zie je de eigenschappen van de variabelen group en exam. Hier kan je missing values, het label, het aantal decimalen, enz. van een variabele aanpassen.

SPSS variable view

2. Soorten statistische testen SPSS

Hieronder geven we je een kort overzicht van de meest gebruikte testen in SPSS met voorbeelden van metingen uit een enquête en experiment over studeren met muziek. Dit kan je helpen om te herkennen welke test je voor je data moet gebruiken. Aan het einde vind je een schema, waarin alle testen zijn samengevat.

2.1 Analyse nominale variabelen

Een nominale variabele bestaat uit waarden die tot afgebakende categorieën behoren. Voorbeelden uit onze enquête zijn de voorkeur voor een bepaald vak (aardrijkskunde, Nederlands of Engels) of de voorkeur voor een bepaalde soort muziek tijdens het studeren (rock, klassiek of r&b) die de studenten moeten aanduiden. Je kan deze resultaten van de enquête via een frequentietabel en een chi-kwadraattoets analyseren.

Frequentietabel

Via een frequentietabel kan je de nominale variabelen van je steekproef beschrijven. Hoeveel studenten zijn bijvoorbeeld vrouwelijk en mannelijk? Wat is het percentage studenten dat naar rockmuziek luistert tijdens het studeren? Hier bekijk je vooral socio-demografische gegevens zoals geslacht en opleiding. Bij ‘Charts’ kan je in SPSS aangeven welke grafiek je data weergeeft: bar chart (staafdiagram) of pie chart (taartdiagram). Je kan je grafiek bewerken bij de output door er dubbel op te klikken.

Chi-kwadraattoets (X²)

Een chi-kwadraattoets toont of er samenhang is tussen twee nominale variabelen. We kunnen bijvoorbeeld in de resultaten van onze enquête nagaan of er een verband is tussen geslacht en voorkeur voor een bepaalde soort muziek tijdens het studeren. Luisteren bijvoorbeeld vooral mannen naar rockmuziek? Uit onze chi-kwadraattest zal blijken of dit het geval is.

2.2 Analyse metrische variabelen

Een metrische of continue variabele kan in een bepaald interval iedere waarde aannemen. Een voorbeeld hiervan is leeftijd. Een ander voorbeeld zijn stellingen met scores op een 5-puntenschaal, waarbij respondenten een score tussen helemaal niet akkoord tot helemaal akkoord kunnen aanduiden. Hier kunnen we in tegenstelling tot de nominale variabelen het gemiddelde berekenen.

Descriptives

Je kan in SPSS de metrische variabelen beschrijven aan de hand van Descriptives. Je kan bijvoorbeeld voor de metrische variabele leeftijd het gemiddelde, de modus, de mediaan, het minimum, het maximum, de standaarddeviantie en de variantie te weten komen. Je kan dit in SPSS voor meerdere variabelen tegelijk doen.

One sample T-test

Met een one sample T-test vergelijk je het gemiddelde van één metrische variabele met een bepaalde waarde. Je kan bijvoorbeeld testen of het aantal minuten dat studenten naar muziek luisteren per dag, dat je via de enquête bevraagd hebt, significant hoger of lager is dan 60 minuten.

Independent Samples T-test

Deze test gebruik je om gemiddelden van twee groepen in steekproef met elkaar te vergelijken. Je kan bijvoorbeeld de gemiddelde examenresultaten van de studenten die met en die zonder muziek studeren via een t-test vergelijken. In die test kom je te weten of studenten die met muziek studeerden significant hogere of lagere punten halen.

ANOVA

Deze test gebruik je om de gemiddelden van minstens drie groepen met elkaar te vergelijken. Stel dat je studenten op 3 manieren laat studeren voor een examen: in stilte, met rockmuziek en met klassieke muziek. Per groep krijg je een gemiddelde score voor het examen. Je kan via een ANOVA-test nagaan of die scores significant van elkaar verschillen. Let op! Een ANOVA meet enkel een VERSCHIL, geen samenhang of verband!

Hieronder vind je een handig schema van bovenstaande testen van nominale en metrische variabelen in SPSS met de voorbeelden die we gezien hebben. Gebruik het als leidraad om de juiste test voor je data te bepalen!

frequentietabel, descriptives, one sample T-test, chikwadraattest, independent samples T-test, ANOVA, test, tests, keuze test, statistische tests
Samenvatting van de testen volgen het aantal groepen variabelen en de soort variabele nom. (nominaal) en metr. (metrisch)

3. Tips voor SPSS

Voor je definitief aan de slag gaat, geven we nog deze tips mee:

  • Wees niet bang van SPSS: SPSS lijkt complex maar je hebt slechts een paar aantal functies nodig.
  • Bereid je data zo zorgvuldig mogelijk voor: kies logische labels voor je variabelen en selecteer de juiste meting in variabele view (nominaal, ordinaal of metrisch).
  • Analyseer eerst de descriptieve variabelen zoals gemiddelde, standaardafwijking, maxima en minima. Op die manier kan je al een deel van je onderzoeksvraag beantwoorden.
  • Ga na welke resultaten je het best in een tabel zet, en welke in een grafiek.
  • Doe enkel uitspraken over verschillen of samenhang na een statistische test.
  • Stem met je promotor af welke testen nodig zijn. Die kan jou uitleggen welke statistische analyses waarvoor nodig zijn.

Heb je moeite met SPSS of andere aspecten van je scriptie of thesis? BijlesHuis gaat voor jou op zoek naar een docent of thesisbegeleider die perfect aansluit bij jouw specifieke hulpvraag! Ze helpen je graag met 1-op-1 online bijles of aan huis. Vraag hier je 1-op-1 bijles SPSS aan!

Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo maandelijks op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.

statistiek vaardigheden SPSS statistische testen
Updates ontvangen met didactische inzichten?
Sign up for our newsletter