written by
Annelies B.

Accord du participe passé: uitgebreide uitleg in het Nederlands

Bijleren: talen 4 min read

J’ai étrée? Wat was het voltooid deelwoord van être ook alweer? In dit artikel kom je alles te weten over het Franse voltooid deelwoord, de participe passé. Eerst leggen we je uit wat de participe passé is, hoe je het vormt en wanneer je accord met de participe passé maakt. Samen met Gazo, Maître Gims, Shay en Angèle gaan we naar het ijssalon. On est parti! 🍦

1. Wat is de participe passé?

De participe passé is het voltooid deelwoord en maakt deel uit van samengestelde werkwoordstijden. Die tijden bestaan uit een hulpwerkwoord (avoir of être) en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Onder andere de passé composé, plus-que-parfait en conditionnel passé zijn samengestelde tijden.

  • Shay a invité ses amis pour aller au glacier.
    Shay heeft haar vrienden uitgenodigd om naar het ijssalon te gaan.
  • Gazo était venu une heure plus tôt, parce qu'il s'était trompé d'heure.
    Gazo was een uur eerder gekomen omdat hij zich van uur vergist had.

Het voltooid deelwoord kan ook gebruikt worden als een bijvoeglijk naamwoord. Dan staat het zonder een hulpwerkwoord bij een zelfstandig naamwoord.

  • Cette place réservée est prévue pour Angèle et ses amis.
    Deze gereserveerde plaats is voorzien voor Angèle en haar vrienden.
  • Les femmes assises sur le banc sont des amies de Shay.
    De dames die op de bank zitten, zijn vriendinnen van Shay.

2. Hoe vorm je de participe passé?

De participe passé of het voltooid deelwoord vorm je door de stam van het werkwoord te nemen en daar de juiste uitgang aan te plakken.

  • De werkwoorden op -er: é
    Parce que Maître Gims avait parlé à la serveuse, sa copine était jalouse.
    Omdat Maître Gims met de serveerster had gepraat, was zijn vriendin jaloers.
  • De werkwoorden op -ir (~finir): i
    Shay aurait choisi 5 saveurs différentes.
    Shay zou 5 verschillende smaken hebben gekozen.
  • De werkwoordgroep op -re: u
    Gazo a perdu sa cuillère.
    Gazo is zijn lepel kwijt.

Jammer genoeg zijn er heel veel uitzonderingen 🚨. Pak onze cheat sheet bij de hand, leer de werkwoorden zo goed mogelijk vanbuiten en oefen daarna.
! Let op, dit zijn 3 pagina’s, dus scroll door naar rechts.

3. Accord met de participe passé?

In sommige gevallen moet je de participe passé (het voltooid deelwoord) nog aanpassen, meestal aan het onderwerp. Je moet kijken naar het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het getal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft. Dat noemen we faire l’accord.

Accord met de participe passé, Franse voltooid deelwoord, Rihanna, Drake, Beyoncé, Jay-Z, ijssalon, participe passé

A. Être

Alle werkwoorden die vervoegd worden met être maken altijd accord met de participe passé. Je moet dus altijd bij het hulpwerkwoord être het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.

  • Shay et ses amis sont allés à la glacerie.
    Shay en haar vrienden zijn naar het ijssalon gegaan.
  • Shay et Angèle sont restées plus longtemps.
    Shay en Angèle zijn langer gebleven.

Frans zou Frans niet zijn zonder uitzonderingen 🚨. De wederkerende werkwoorden of verbes pronominaux zijn werkwoorden met het persoonlijke voornaamwoord se (zich). Die maken altijd accord behalve als ze gevolgd worden door een lijdend voorwerp. Dan moet je geen accord maken met het onderwerp, hoewel je wel être als hulpwerkwoord hebt. Zie het verschil:

  • Shay s'est lavé les mains avant de manger sa glace.
    (Na het wederkerende werkwoord staat een lijdend voorwerp, les mains → geen accord)
    Shay heeft haar handen gewassen voor ze haar ijsje at.
  • Shay s’était lavée pour aller manger une glace.
    (geen lijdend voorwerp accord met het onderwerp, Shay)
    Shay had zich gewassen om een ijsje te gaan eten.

B. Avoir

Bij het hulpwerkwoord avoir heb je meestal geen accord met de participe passé. Maar ook hier is er 1 uitzondering🚨 : als het lijdend voorwerp voor het voltooid deelwoord staat. Dan moet je je voltooid deelwoord aanpassen aan het lijdend voorwerp en dus niet aan het onderwerp.

Er zijn 3 gevallen wanneer een lijdend voorwerp voor het onderwerp staat.

Avoir, Accord du participe passé, Franse voltooid deelwoord, Rihanna, Drake, Beyoncé, Jay-Z, ijssalon, participe passé

Om het lijdend voorwerp in een zin te vinden, stel je de vraag: Wat/wie + werkwoord + onderwerp? In voorbeeld 1, is dit: Qu’est-ce quils ont mangé? Les glaces (vrouwelijk meervoud).

Gelukkig zijn er soms toch nog zekerheden in het Frans: je hebt nooit accord met een meewerkend voorwerp (COI). 👍

Ziezo, nu is het ijs gebroken met de participe passé! Heb je meer uitleg nodig over het accord met de participe passé of een ander onderdeel van de Franse grammatica? Neem dan vrijblijvend contact op met BijlesHuis voor bijles Frans en zij koppelen jou aan de geschikte bijlesdocent! Bonne chance! 🍀

Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels!

participe passé frans grammatica Frans leren bijles frans Franse werkwoorden Franse werkwoordstijden
Updates ontvangen met didactische inzichten?
Sign up for our newsletter