Is het nu d, t of dt? Met deze complete gids mis je nooit meer!

Bijleren: talen 4 min read

Vind jij het ook zo moeilijk om te weten wanneer je d, t of dt moet schrijven? Je bent zeker niet alleen. Via deze blog tonen we jou dat het niet per se ingewikkeld hoeft te zijn om d, t of dt juist te gebruiken. Met deze handige ezelsbruggetjes maak jij nooit meer een dt-fout!

dt-fout

Tegenwoordige tijd: ik smurf, jij smurft

De smurfenregel is een ezelsbruggetje om te weten of je woorden zoals 'word' of 'houd' met een 't' moet schrijven of niet.

Kennen jullie 'De Smurfen' en hun smurfentaal nog? Als Grote Smurf aan Smurfin vertelt wat hij zal doen, dan vervangt hij de werkwoorden door het werkwoord 'smurfen'. Dat is precies wat wij ook gaan doen!

Als je van een werkwoord niet weet of je er een 't' aan moet schrijven, dan vervang je dat werkwoord door 'smurfen'. Als er een 't' is bij smurfen (bv.: smurft), dan schrijf je ook een 't' bij het andere werkwoord. Met deze voorbeelden wordt het duidelijk:

  1. Word(t) eens volwassen!Smurf eens volwassen! – Je hoort geen t, je schrijft dus geen t; de zin wordt dan 'Word eens volwassen!'.
  2. Brand(t) het huis af?Smurft het huis af? – Hier hoor je de t-klank, er moet dus een t toegevoegd worden; de zin wordt 'Brandt het huis af?'.
  3. Word(t) je later danseres?Smurf je later danseres? - Je hoort geen t, je schrijft dus geen t; de zin wordt dan 'Word je later danseres?'.
  4. Word(t) je broer later brandweerman?Smurft je broer later brandweerman? - Hier hoor je de t-klank, er moet dus een 't' toegevoegd worden; de zin wordt 'Wordt je broer later brandweerman?'.

Is het gebeurt of gebeurd?

In de verleden tijd kan je nooit een 'd' en een 't' (dt) samen schrijven.

Soft ketchup (a.k.a 't kofschip) is een heel handig ezelsbruggetje om te weten of je een voltooid deelwoord met een 'd' of een 't' moet schrijven.

soft ketchup, dt-regel, d, t of dt

Hoe werkt 'soft ketchup' nu? Wel, als je de stam van het werkwoord neemt en die eindigt op een 's', 'f', 't', 'k', 'ch' of 'p', dan schrijf je het voltooid deelwoord met een 't'. In alle andere gevallen schrijf je het voltooid deelwoord met een 'd'. We verduidelijken met een aantal voorbeelden:

  1. werkwoord: rusten stam: rust de stam eindigt op 't' uit 'soft ketchup' dus we schrijven het voltooid deelwoord met een 't': gerust
  2. werkwoord: kammen stam: kam → de stam eindigt op 'm' en hoort niet bij 'soft ketchup', dus we schrijven het voltooid deelwoord met een 'd': gekamd

Het verlootte of het verlote cadeau?

In het Nederlands gebruiken we een voltooid deelwoord weleens als een bijvoeglijk naamwoord of adjectief (type de oranje president, de nieuwste internetmeme, het coole TikTok-filmpje).

Heel belangrijk om te weten is dat als een voltooid deelwoord gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord het géén werkwoord meer is. Een logisch gevolg is dat de spelling verandert.

Wanneer het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t en het is bijvoeglijk gebruikt, dan is de regel om het zo kort mogelijk te schrijven:

  1. Verpesten de sfeer is verpest (voltooid deelwoord) de verpeste sfeer (bijvoeglijk naamwoord) Dus niet zoals je zou spellen in de verleden tijd: hij verpestte de sfeer.
  2. Vergroten → de foto is vergroot (voltooid deelwoord) → de vergrote foto (bijvoeglijk naamwoord) → Dus niet zoals je zou spellen in de verleden tijd: hij vergrootte de foto.

De gebiedende wijs: word wakker of wordt wakker?

De gebiedende wijs is eigenlijk een zin zonder onderwerp waarin je iemand iets beveelt. 'ga naar school', 'meld u aan', 'bestel een broodje'...

Eigenlijk is het heel simpel: je kan hier nooit 'dt' zien staan, want in de gebiedende wijs moet je nooit een 't' toevoegen. Als je toch zou twijfelen kan je altijd het werkwoord vervangen door een ander werkwoord.

Maar soms (met wederkerige werkwoorden) staat er in een zin met gebiedende wijs toch een onderwerp. Als het onderwerp is uitgedrukt, dan gebruik je gewoon dezelfde werkwoordsvorm als in de tegenwoordige tijd. Ook hier kun je het werkwoord vervangen door een ander werkwoord zoals smurfen.

  1. rijd(t)? naar de bakker! → 'rijden' vervangen door 'lopen' loop naar de bakker, dus geen 't'
  2. Meld(t) u zich bij de directrice → 'melden' vervangen door 'lopen' → loopt u maar naar de directrice, (u=onderwerp) dus wel een 't'

Zo, weer wat bijgeleert! Eh … geleerd. Om de ezelsbruggetjes en de regeltjes onder de knie te krijgen moet je wel even oefenen, natuurlijk. Hier vind je al enkele oefeningen. Succes!

Heb je toch nog moeilijkheden met spelling en heb je individuele hulp nodig bij Nederlands of schrijfvaardigheid? De ervaren docenten van BijlesHuis helpen jou graag!

Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.

Spelling dt taal
Updates ontvangen met didactische inzichten?
Sign up for our newsletter