“Touuuuuuuut, il faudrait tout oublier”, zingt Angèle. Klinkt fantastisch, maar om foutloos de verschillende pronoms personnels (persoonlijke voornaamwoorden) te gebruiken, zijn er handige regels en ezelsbruggetjes die je beter niet vergeet. Om de theorie voor eens en voor altijd volledig te begrijpen, ontleden we Angèles oorwurm Tout oublier. We beginnen met les pronoms sujets, ontleden dan le pronom personnel COD en COI en sluiten af met le pronom tonique en de speciale vormen ‘en’ en ‘y’.

Alle uitleg met muziek van Angèle bekijk je in deze video.
“Ik heb het liedje Tout Oublier geschreven en moest meteen aan mijn broer denken. Ik wist dat hij degene was die het liedje het best kon begrijpen. Thuis hebben we soms moeilijke momenten gekend samen. Maar in het dagelijks leven deden we nochtans alsof er niets aan de hand was, alsof alles oké was. Het nummer gaat niet over ons privéleven, maar het onderwerp is de noodzaak om in alle omstandigheden een glimlach te dragen.” - Angèle.
Vind je alle pronoms personnels terug? Zoek zelf even terwijl Angèle je zingend begeleidt en swipe voor de oplossingen. Had je niet alles juist? Dat is niet erg, want met deze tips herken je razendsnel een pronom personnel, ook wanneer je de tekst niet volledig begrijpt of kan vertalen.

Wat is een pronom personnel?

Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iemand (of iets) die deelneemt aan een bepaalde handeling of actie = het werkwoord. Het verwijst naar alle deelnemers, zonder daarbij een naam te noemen, bijvoorbeeld: ‘ze zingt’, waarbij ‘ze’ slaat op Angèle. Dit is natuurlijk een makkelijk te herkennen vorm, omdat het een kort zinnetje is. Laat ons eens kijken naar een zin met een onderwerp (= sujet), een lijdend voorwerp (= COD) en een meewerkend voorwerp (= COI).

Ze geeft een cadeau aan haar broer.
= Elle donne un cadeau à son frère.
  • Elle is het onderwerp, degene die de handeling (= geven) uitvoert en nauw samenhangt met het werkwoord. Dit is le sujet.
  • Un cadeau is wat de handeling ondergaat, ze geeft namelijk IETS. Dit is het COD, het lijdend voorwerp, dat nogal wat te lijden heeft.
  • A son frère is degene voor wie de handeling is, of die er op z’n minst aan meewerkt, aan/voor wie het cadeautje dus is: het COI.

In die zin is enkel ‘elle’ een persoonlijk voornaamwoord. Maar je kan de andere zinsdelen ook vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Je krijgt dan:

Elle donne un cadeau à lui.= Ze geeft een cadeau aan hem.
Elle le lui donne. = Ze geeft het hem.

De vorm, op basis van de functie in de zin

Laat ons eerst kijken naar de verschillende vormen van le pronom personnel, op basis van de functie die het voornaamwoord heeft in de zin: onderwerp, COD of COI.

Dit schema moet je uit het hoofd leren, maar dat duurt 1x 10 minuten. Nadien is enkel herhaling nodig. Bonustip: voor een toets, overhoring of examen, noteer je voor je aan de vragen en oefeningen begint, deze tabel op je kladblad.

Om na te gaan welke vorm je moet gebruiken, volg je dit driedelige stappenplan:

  1. Eerst ontleed je altijd de volledige zin: welk persoonlijk voornaamwoord heeft welke grammaticale functie in de zin? Sujet, COD, COI?
  2. Naar welk woord verwijst le pronom of welk woord vervangt het? Is dat woord mannelijk, vrouwelijk? Enkelvoud, meervoud?
  3. Zet le pronom in dezelfde vorm als het woord dat het vervangt.

1. Le pronom personnel sujet

Dit zijn de vormen die je al kent, wanneer je een werkwoord leert en vervoegt: je-tu-il/elle/on-nous-vous-ils/elles. Bijvoorbeeld: je chante, elle chante une chanson, nous chantons, je donne un bisou à maman.

2. Le pronom personnel COD

Let op! Voor de 3e persoon enkelvoud zijn er dus 3 vormen: le voor mannelijk, la voor vrouwelijk, en l’ wanneer het volgende woord met een klinker (of zachte h) begint. Je moet dus goed kijken welk woord het vervangt.

Angèle zingt bijvoorbeeld: Le bonheur n’existe que pour plaire. Je le veux. = Geluk bestaat voor niets anders dan om te behagen. Ik wil het.

Le pronom personnel ‘le’ is hier een COD. Naar welk woord verwijst het? Juist ja! Naar ‘le bonheur’ in de vorige zin. Daarom is de 3e persoon enkelvoud ook mannelijk en staat er niet ‘je la veux’.

Le chien aime bien ‘Tout oublier’. -> Le chien l’aime bien.

Extra voorbeeldzinnen met een pronom personnel als COD:

  • J’ai vu Angèle à Rock Werchter wordt Je l’ai vue à Rock Werchter.
  • Mes parents ont acheté Brol d’Angèle wordt Mes parents l’ont acheté.
  • Angèle cherche Roméo wordt Angèle le cherche.
  • Roméo cherche ses parents wordt Roméo les cherche.
  • Roméo cherche Angèle wordt Roméo la cherche.

3. Le pronom personnel COI

Le pronom personnel COI, het meewerkend voorwerp, herken je aan à/pour/de (al staan die alarmbelletjes er niet altijd bij). Voor de 3e persoon enkelvoud is er maar 1 vorm: lui. Voor de 3e persoon meervoud wordt de vorm leur gebruikt. Let op! Verwar leur niet met het bezittelijk voornaamwoord leurs.

Angèle zingt: Qui lui semble facile à trouver.

= Wat (voor) hem makkelijk lijkt om te vinden.

Tip: COD of COI? Als er geen à/pour/de voor een pronom staat, kan je het zelf proberen toevoegen en vervangen.
  • “Je lui parle.”
  • QUELQU’UN parle à QUELQU’UN = iemand praat met iemand
  • “Je lui parle” wordt “Je parle à Angèle”
  • Angèle is dus...... ? COI!
“A quoi tu penses?”, demande Angèle à son chien. -> Angèle lui demande à quoi il pense.

Extra voorbeeldzinnen met een pronom personnel als COI:

  • Angèle donne un cadeau à Roméo wordt Angèle lui donne un cadeau.
  • Un fan donne des fleurs à Angèle wordt Un fan lui donne des fleurs (slechts één vorm voor COI 3e persoon enkelvoud).
  • L’ami d’Angèle donne un cadeau à ses parents wordt L’ami d’Angèle leur donne un cadeau.
  • Angèle et Roméo téléphonent à leur père wordt Angèle et Roméo lui téléphonent.
  • Angèle parle à son chien wordt Angèle lui parle.

De speciale gevallen

1. Les pronoms toniques

In bepaalde gevallen wordt een pronom tonique gebruikt in de plaats van een pronom sujet. Het is de beklemtoonde variant van le pronom sujet.

Let op! Voor de 3e persoon, zowel enkelvoud als meervoud, zijn er 2 vormen: lui/elle en eux/elles

Wanneer gebruik je een pronom tonique?

  • Na c’est

“Qui est là ?” “C’est moi !”, dit Angèle à Roméo.

  • Om iets te versterken, het contrast te benadrukken

Toi, tu es une chanteuse flamande. Elle, elle chante en français.

  • Na QUE in een vergelijking

Angèle chante plus haut que toi.

  • Na een voorzetsel

Tu ne vas pas chez Angèle? Non, je ne vais pas chez elle, je vais chez Roméo.

2. Les pronoms réfléchis

Le pronom réfléchi of het wederkerend voornaamwoord verwijst naar het onderwerp van de zin. Alles over les pronoms réfléchis lees je in dit overzichtelijke artikel. Een voorbeeld om mee te nemen in je schema is “Angèle se lave” = Angèle wast zich.

3. De speciale vormen EN/Y

De persoonlijke voornaamwoorden en enyzijn speciale vormen van de pronom personnel, in die zin dat er niet altijd een 1-op-1 vertaling mogelijk is in het Nederlands. Er zijn voor beide pronoms 2 situaties waarin je ze gebruikt.

De vorm en gebruik je om een COD dat begint met de te vervangen, of een hoeveelheid. In het laatste geval herhaal je de hoeveelheid achteraan de zin.

“Enfin je commence à douter d’en avoir vraiment rêvé”
  • Het werkwoord is rêver de = dromen over/van. Le pronom en vervangt hier dus het zinsdeel dat normaal begint met de. Bijvoorbeeld: Angèle rêve de devenir chanteuse -> Angèle en rêve (= ze droomt ervan).
  • Huh? Vanwaar komt douter d’en dan? Die ‘de’ hoort bij het werkwoord douter de = twijfelen aan. Die ‘d’ is dus een andere ‘de’ dan wat bij rêver hoort.
*Dans le magasin de disques*: “Vous avez encore quelques disques vinyles de Brol?”. Oui, j’en ai cinq.”
  • In die zin vervangt en’ dus vinylplaten en specificeer je de exacte hoeveelheid door en + cinq (= ik heb er nog vijf).

Extra voorbeeldzinnen met le pronom personnel ‘en’:

  • Angèle vient de Rock Werchter? Oui, elle en vient.
  • Est-ce qu’Angèle a gagné beaucoup de prix? Oui, elle en a beaucoup.

Le pronom personnel Y vervangt een COI dat begint met “à”, meestal een plaats. Het kan geen persoon vervangen, want dan is het een pronom personnel COI.

“Pour y croire, il faudrait tout oublier.” “Om erin te geloven zou je alles moeten vergeten.”
  • Iemand gelooft ergens in = croire à
  • Y vervangt dus een COI (voorwerp) dat ingeleid wordt door à, bijvoorbeeld: ‘Angèle croit à la vérité’ wordt ‘Angèle y croit’.
  • ! Als je à + persoon wil vervangen gebruik je dus een gewoon pronom personnel COI. Bijvoorbeeld: “Angèle leur parle du concert à Rock Werchter.”
“Angèle habite à Bruxelles. ”
  • Y vervangt hier dus à + plaats en kan je vertalen als “Zij woont hier.”

Extra voorbeeldzinnen met le pronom personnel y:

  • Angèle va à Rock Werchter cet été? Oui, elle y va !
  • Angèle pense à devenir chanteuse wordt Angèle y pense.

Plaats en volgorde van le pronom personnel in een zin = anders dan in het Nederlands

  1. Je plaatst in een Franse zin een “pronom personnel” steeds vòòr het vervoegde werkwoord: Je le veux.
  2. Uitzondering: Tenzij een infinitief deel uitmaakt van de werkwoordsvorm, dan komt hij voor de infinitief: Je veux le savoir.
  3. Let op: indien het vervoegde werkwoord van stap 1 deel uitmaakt van VREESELF, komt het voornaamwoord toch voor het vervoegde werkwoord en niet voor de infinitief: Je lécoute chanter en niet J’écoute le chanter.

4. In een ontkennende Franse zin met ‘ne...pas’ heb je al geleerd dat het ontkennend partikel ‘ne’ altijd voor de persoonsvorm staat. Dat klopt, maar als het COD of het COI een pronom personnel is, sluipt die tussen ‘ne’ en de persoonsvorm, bijvoorbeeld: ‘Je ne connais pas Angèle’ wordt ‘Je ne la connais pas.’ In die zin is Angèle het lijdend voorwerp of le COD. Le pronom personnel dat Angèle vervangt moet dus ook COD zijn én vrouwelijk enkelvoud, vandaar de keuze voor de vorm ‘la’.

5. In een impératif (bevelzin) plaats je een pronom personnel COD voor le pronom personnel COI. Tip om de volgorde te onthouden: De D komt voor de I in het alfabet! Een voorbeeld: Donne-la-lui ! = Geef het hem!

Wat als er meerdere pronoms personnels staan in één zin?

Niet alle zinsfuncties van les pronoms personnels kunnen in één zin staan. Indien er wel meerdere pronoms in dezelfde zin staan, zijn er regels die de volgorde bepalen. Meer oefeningen vind je op deze website.

Heb je toch nog moeite met de verschillende persoonlijke voornaamwoorden in het Frans of loop je vast op andere andere onderdelen van de Franse grammatica? BijlesHuis heeft een leger aan ervaren en gediplomeerde docenten Frans beschikbaar. Ze helpen je graag 1-op-1 aan huis of online.

🌐 BijlesHuis - Vind de perfecte lesgever

Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.